zondag 31 januari 2010

zaterdag 30 januari 2010

2.000 euro stroom besparen

Vandaag besloot ik eens te kijken wat ik kan doen om m'n electriciteitsverbruik omlaag te brengen.
Minder energie betekent dat er minder groene stroom nodig is.

Dus een simpele energiemeter gekocht:


Cresta RCE 1106
€14,95 bij de BCC

Vervolgens loop ik alle electrische apparaten langs en bepaal hoeveel energie ze gebruiken.

Mijn ontdekkingen:

  1. Mijn 20 gloeilampen verbruiken 800W x 4 uur per dag
  2. Mijn 3 21" beeldschermen verbruikten bij elkaar 450W x 8 uur per dag
  3. Mijn computer verbruikt 250W x 8 uur per dag
  4. Mijn koffie-warmhoud-pitje verbruikt 800W  x 5 uur per dag
  5. Mijn koelkast van 20 jaar oud verbruikt 110 euro per jaar aan stroom
  6. Mijn stereotoren verbruikt 26W als die aan staat en als die standby staat.... 25W (en dat dus al 20 jaar lang.... *zucht*)
Yikes! I feel bad. Op de fiets naar de bouwmarkt en dit waren mijn maatregelen:
  1. Alle 60W gloeilampen vervangen door 10W spaarlampen (Mijn buitenlamp zelfs LED lamp)
  2. Drie 150W beeldschermen vervangen door één 20W LCD monitor met Eco-keurmerk
  3. Videokaart vervangen en 3 van de 4 harde schijven verwijderd
  4. Koffie houd ik nu warm in een thermosfles
  5. Mijn koelkast vervangen door een A++ koelkast zonder vriesvak.
  6. Stereotoren en ander standby-apparaten voorzien van een echte aan-uit-schakelaar.
Totale besparing: 60% van m'n electriciteitsrekening. 
In 10 jaar zou dat ongeveer neerkomen op €2.000,- En dat heb ik op één zaterdag geregeld. Netjes. Hoeveel dat in CO2 is? Geen idee. 


maandag 25 januari 2010

Mijn CO2-impact in 2009: 16300 kg. Wat is jouw score?

Naast de berekening van mijn ecologische voetafdruk op de website van De Kleine Aarde heb ik een CO2 quickscan op de website van the Guardian gedaan, op basis van mijn activiteiten in 2009.


16.300 kg CO2 in 2009

Dit is een vrij onnauwkeurige manier van rekenen, maar ook hier blijkt dat gas, electriciteit en transport (vliegen) een groot aandeel heeft in mijn voetafdruk van maar liefst 16.300 kg CO2. Dit is iets meer dan gemiddeld. Ik denk dat dit dus vrij goed overeenkomt me de voetafdruk zoals berekend op de website van de Kleine Aarde.

Wat is jouw score? Zet 'm hieronder in een reactie.

Transition Towns



Transition Towns zijn lokale gemeenschappen (grote en kleine steden, dorpen, wijken, eilanden) die zelf aan de slag gaan om hun manier van wonen, werken en leven minder olie-afhankelijk te maken en meer duurzaam. Piekolie en klimaatverandering zijn de belangrijkste drijfveren om in actie te komen voor verandering van onderop.
Transition Towns werken aan oplossingen en laten zien hoe je die zelf en in je gemeenschap organiseert. Het Transition Towns-concept doet een beroep op de eigen inzichten, wijsheid, creativiteit en ervaringen van gewone mensen.
Transition Towns zijn gebaseerd op de kracht van de lokale gemeenschap.
De Transition initiatieven hebben een ambitieus doel: je eigen stad, wijk, dorp of (ei)land voorbereiden op de combinatie van een permanente oliecrisis (Piekolie), de klimaatcrisis, en de noodzaak om te schakelen naar eeneconomie die niet afhankelijk is van fossiele brandstoffen. En dat kan!

Wereldwijde basisbeweging

De Britse permacultuur-activist Rob Hopkins startte in 2005 in zijn woonplaats Totnes (Devon, Engeland) het eerste Transition-initiatief. Totnes groeide uit tot de eerste Transition Town in Engeland. Inmiddels zijn er in heel Groot-Brittannië al ruim tweehonderd Transition Towns en -initiatieven. en nog veel meer gemeenten hebben de ambitie om een Transition Town te worden. Het model slaat breed aan en is innmiddels uitgewaaierd over de hele wereld. Binnen het veelkleurige wereldwijde Transition-network zijn medio 2010 zo’n 500 TT-initiatieven verspreid over 25 landen met elkaar verbonden. Vrijwel wekelijks komen daar nieuwe initiatieven bij.
Rob Hopkins beschreef zijn ideeën en de ervaringen in hetTransition Handbook, dat in 2008 uitkwam. Dit boek is voor velen een belangrijke informatie- en inspiratiebron. In mei 2009 verscheen de integrale Nederlandse vertaling van dit handboek, aangevuld met een actuele analyse van de economische crisis in relatie tot piekolie en klimaatverandering. Ook zijn verslagen toegevoegd over de ontwikkelingen rond Transition Towns in Nederland en Vlaanderen. Het Handboek telt 276 pagina’s.
De belangrijkste informatie voor groepen die een Transition Town willen starten, is verzameld in een praktische handleiding (‘primer’).
Ook deze basishandleiding is beschikbaar in een Nederlandse vertaling; deze telt 100 pagina’s.

Aanpak met Hoofd, Hart en Handen

Het Hoofd verzamelt en verwerkt vooral feiten met betrekking tot Piekolie en klimaatverandering. Als je weet hoe de ontwikkelingen er voor staan en je tot het inzicht komt dat het allemaal anders moet, dan kun je werkelijk in beweging komen. Het is de eerste stap in een veranderingsproces.
Voor het Hart is het cruciaal om van een positieve visie uit te gaan. Dat vereist dus ook inzicht in de psychologische processen van verandering. De grootste kracht voor het ‘hart’ is het ontwikkelen van het vertrouwen dat dingen zullen gaan lukken. Ook fantasie en het lef om idealen te koesteren zijn sterke stimulerende krachten. En natuurlijk: samenwerken met anderen vanuit een gevoel van verbondenheid.
De Handen zijn uiteraard het meest praktisch. Hier komt de theorie tot leven aan de hand van tal van actuele voorbeelden. Ook komen hier de principes van permacultuur aan bod.
Er zijn talloze mogelijkheden en redenen waarom steden en dorpen zich zouden willen ontwikkelen tot vitale lokale gemeenschappen. Ze verbouwen hun eigen voedsel en wekken zelf energie op. Huizen bouwen ze met materialen uit de omgeving. Ze gaan slim om met water en ze hebben vaak ook een eigen geldsysteem. Inspiratie opdoen?
Natuurlijk zijn er aanvankelijk veel vragen en bedenkingen. Dit zijn de zeven meest voorkomende ‘maren’ (en hun weerleggingen).
Een Transition Town-initiatief komt tot stand volgens een twaalf stappen-plan. Voordat een initiatief zich een echte ‘Transition Town’ mag noemen, dient te worden voldaan aan aantal international gehanteerde criteria. Deze aanpak is inmiddels succesvol beproefd in vele tientallen steden en dorpen, aanvankelijk in Groot-Brittannië, maar inmiddels wereldwijd, en ook in Nederland!

Transition Towns Nederland

In september 2008 kwam een groep mensen bijeen om de mogelijkheden van Transition Towns in Nederland te verkennen. Het enthousiasme was zo groot, dat ze besloten ermee aan de slag te gaan. Zie o.a. een interview met Paul Hendriksen op de weblog van VPRO’s Tegenlicht. En: het concept blijkt breed aan te slaan!
Inmiddels, mei 2010, zijn er in Nederland al lokale initiatieven in meer dan zeventig plaatsen, verspreid over alle twaalf provincies. Overal in het land vinden film-, informatie- en verdiepingsbijeenkomsten plaats om meer mensen te betrekken bij lokale activiteiten. Vrijwel wekelijks melden zich nieuwe initiatiefnemers. 
Algemene belangstellenden kunnen deelnemen aan eenlandelijke informatiedag, waarin de achtergronden en aanpak van het Transition Towns-concept worden uitgelegd.
Om lokale groepen een stevige basis te geven, startten in het voorjaar van 2009 de eerste Transition Trainingen. Ook hiervoor blijkt veel belangstelling.
Met deze website introduceren we Transition Towns Nederland. In het vertrouwen dat er nog veel meer mooie initiatieven van de grond zullen komen, en dat ook in Nederland een krachtige en veelkleurige Transition-beweging zijn weg zal gaan vinden.
Een idealistisch plan? Ja natuurlijk! Maar: ‘de idealisten van vandaag zijn de realisten van morgen’, aldus Jan Tinbergen (winnaar van de Nobelprijs voor de Economie in 1969).
Wilt u Transition Towns Nederland financieel steunen? Dan is een donatie welkom!
Transition Towns Nederland is onderdeel van hetInternationale Transition Network

zondag 24 januari 2010

Help, ik gebruik 2 aardes per jaar

Wat kan ik doen om mijn impact op het milieu te verkleinen? Deze mier tussen 6 miljard andere mieren.

Om die vraag te beantwoorden heb ik uitgezocht wat mijn ecologische voetafdruk is op de HetKanWel dag in Utrecht. Mijn ecologische voetafdruk is het aandeel dat ik heb op de schaarse grondstoffen van de aarde door mijn manier van leven ten opzichte van wat de aarde ons biedt.

Stichting de Kleine Aarde heeft deze meetmethode ontwikkeld:


We hebben één aarde. We gebruiken nu 1,3 aardes per jaar. In 2050 zullen we 2 aardes nodig hebben. Elk jaar teren we steeds verder in op ons natuurlijk kapitaal.
De gevolgen zien we in klimaatverandering, de voedselcrisis, toenemende armoede, het verdwijnen van de regenwouden. 
Op de huidige voet doorgaan is geen optie. Het is tijd om actie te ondernemen. Actie die echt zoden aan de dijk zet. 

De beschikbare biocapaciteit is 2,6 hectare per bewoner op deze aarde.
Gemiddeld gebruikt iemand in India 0,9 hectare aarde.
Gemiddeld gebruikt iemand in Nederland 4,0 hectare aarde.
Gemiddeld gebruikt iemand in België 5,1 hectare aarde.
Gemiddeld gebruikt iemand in de VS 9,4 hectare aarde. (WTF!)

Dat doe ik toch hopelijk wel een stuk verantwoorder of niet? Snel die test invullen.

Wat blijkt? Mijn voetafdruk is 6,5 hectare! Meer dan 2x zoveel als per bewoner op aarde beschikbaar is!


De belangrijkste oorzaken zijn volgens de scan:
  1. Vliegreizen naar Egypte en Italië. Daar voelde me ik dus al een beetje schuldig over.
  2. Ik heb 16.000 autokilometers gemaakt. Tja, zo'n Audi A3 vraagt daar toch om?
  3. Ik eet veel kant-en-klaar maaltijden. Koken doe ik niet graag in m'n eentje.
  4. Ik verbruik aardig wat stroom en gas in  m'n eentje. Maar het was toch een koude winter.
  5. Groente en fruit droeg voor 9% bij aan m'n voetafdruk. Huh? Komen niet alle appels uit de Betuwe dan?
  6. Ik krijg veel reclamepost. Is dat erg dan?


Hmm....


Kijk nu hoe groot jouw mondiale voetafdruk is (hoeveel hectaren van de aarde nodig zijn om in jouw behoeften te voorzien) en wat jij kunt doen om je voetafdruk te verbeteren. Doe de Quickscan.
En? Post jouw afdruk hieronder in je reactie!